Kosteloze terbeschikkingstelling woning – spelregels vanaf 1 januari 2019

De berekening van het voordeel alle aard bij de kosteloze terbeschikkingstelling van een woning blijft brandend actueel. Na de rechtspraak die de oude waarderingsregels ongrondwettelijk verklaarde, verscheen recent het Koninklijk Besluit dat de forfaitaire waarderingsregels wijzigt. Hoe wordt het voordeel van alle aard voortaan berekend?

Nieuwe waarderingsregels vanaf 1 januari 2019

Het Koninklijk Besluit van 7 december 2018 wijzigt de forfaitaire waarderingsregels voor de berekening van het belastbaar voordeel voor de kosteloze terbeschikkingstelling van een woning. Vanaf 1 januari 2019 wordt het voordeel van alle aard zowel bij een kosteloze terbeschikkingstelling door een vennootschap als bij een kosteloze terbeschikkingstelling door een natuurlijke persoon vastgesteld op hetgeïndexeerd kadastraal inkomen (KI) vermenigvuldigd met 2 x 100/60.

Hoe was het voor 1 januari 2019?

Wanneer een vennootschap een woning kosteloos ter beschikking stelde van haar bedrijfsleider werd dit voordeel tot voor kort gewaardeerd op het geïndexeerd KI vermenigvuldigd met 3,8 x 100/60 (bij een KI van meer dan 745 EUR). Wanneer daarentegen eenzelfde woning kosteloos ter beschikking werd gesteld door een natuurlijke persoon, werd slechts een multiplicator van 1 toegepast. Terecht oordeelden de hoven van beroep te Gent en Antwerpen dan ook dat de multiplicator van 3,8 ongrondwettelijk was en, net zoals bij de terbeschikkingstelling door een natuurlijke persoon, gereduceerd diende te worden tot 1. Nadien volgden ook de Minister en de fiscus (cf. nieuwe circulaire 2018/C/57 van 15 mei 2018) dit standpunt.Voor een gepersonaliseerde berekening in uw dossier kan u steeds contact opnemen met ons kantoor.